Op woensdag 19 februari heeft het Overlegcomité de oprichting van een interministeriële conferentie tegen racisme goedgekeurd, waardoor de weg is vrijgemaakt voor een betere coördinatie van initiatieven in de strijd tegen racisme in brede zin. Dat wil zeggen op basis van raciale criteria, die verband houden met religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen, maar ook met meervoudige discriminatie. Bijzondere aandacht zal worden besteed aan de strijd tegen het antisemitisme.
Deze conferentie komt ter ondersteuning van het interfederale plan ter bestrijding van racisme.
Ter herinnering, premier Sophie Wilmès heeft tijdens de plenaire zitting in de Kamer, op 23 januari, gereageerd op de gebeurtenissen in Bilzen en De Panne. Ze kondigde toen aan dat de federale regering het Overlegcomité zou vragen om de conferentie op te richten. “Na de verontwaardiging is het tijd voor actie”, zei de premier. “De actualiteit heeft ons eraan herinnerd hoe essentieel het is om concreet actie te ondernemen. En om te garanderen dat dat ook efficiënt gebeurt, ben ik blij dat we nu een gecoördineerd en interfederaal beleid kunnen voeren. Er zijn veel domeinen waarop we actie kunnen ondernemen en ze hebben betrekking op alle entiteiten in het land.”
Nathalie Muylle, federaal minister van Gelijke Kansen: “Het aantal meldingen van racisme die door Unia worden geregistreerd, blijft toenemen. In vijf jaar tijd is het met meer dan 50 procent gestegen. De criminele brandstichting onlangs in het asielcentrum van Bilzen of de racistische commentaren op de sociale media hebben niemand onverschillig gelaten. Met de interministeriële conferentie tegen racisme die we vandaag in het leven roepen, kunnen we de samenwerking tussen de autoriteiten in de strijd tegen racisme verder verbeteren. De conferentie kan dienen als adviesorgaan bij de voorbereiding van een nationaal actieplan tegen racisme.” De minister herinnert eraan dat soortgelijke eerdere oefeningen (bijvoorbeeld het interfederale LGBTI-actieplan) hebben aangetoond dat er een gebrek is aan cöordinatie tussen de federale en gefedereerde autoriteiten, wat nochtans essentieel is voor zowel de ontwikkeling als de monitoring van dit beleid.
De minister-president van de Federatie Wallonië-Brussel, Pierre-Yves Jeholet, bevestigt dat “de Federatie het initiatief van de federale regering steunt en zich via de werkzaamheden van deze IMC actief zal inzetten voor de bestrijding van racisme en xenofobie op school en in de sport”.
De minister-president van de Duitstalige Gemeenschap, Oliver Paasch verklaart: “de Duitstalige Gemeenschap juicht de oprichting van deze interministeriële conferentie toe en wil er zich volledig in engageren. De huidige ontwikkelingen tonen de noodzaak aan om ons gezamenlijk engagement voor een open en tolerante samenleving te intensiveren.”
Voor de Brusselse staatssecretaris voor Gelijke Kansen, Nawal Ben Hamou, is de oprichting van een interministeriële conferentie ter bestrijding van racisme “essentieel in een tijd waarin racistische uitlatingen vrij spel krijgen en vele domeinen van het dagelijkse leven beïnvloeden: werk, huisvesting, sport, winkelen en openbaar vervoer. Repressie is zeker essentieel, maar dat geldt ook voor preventie, bewustmaking en educatie. Het Brussels Gewest zal zijn deel van de verantwoordelijkheid in dit proces op zich nemen door een nieuw gewestelijk plan ter bestrijding van racisme en discriminatie op te stellen, dat deel zal uitmaken van het toekomstige interfederale plan ter bestrijding van racisme.”
De minister-president van Wallonië, Elio Di Rupo, verwelkomt dit initiatief en verklaart dat “de Waalse regering verheugd is met de oprichting van deze interministeriële conferentie. Racisme hoort niet thuis in onze samenleving en we zullen, samen met de verschillende entiteiten van het land, ten volle samenwerken om deze plaag te bestrijden.”