Op woensdag 6 april en donderdag 7 april heeft vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès deelgenomen aan een ministeriële NAVO-bijeenkomst in Brussel. Deze tweedaagse bijeenkomst was gericht op de aanhoudende oorlog in Oekraïne, de laatste ontwikkelingen en de uitdagingen in verband met dit conflict die het Bondgenootschap rechtstreeks aangaan, vooral op de lange termijn.
Woensdag heeft de vicepremier deelgenomen aan een werkvergadering tussen de drie Benelux-landen en de drie Baltische Staten. Sophie Wilmès onderstreepte het hernieuwde engagement van België om met zijn gevechtsvliegtuigen het Baltisch luchtruim te beschermen. Daarna volgde een werkdiner over het strategisch concept van de NAVO dat tijdens de volgende Top in Madrid moet worden aangenomen. Sophie Wilmès: “voor België moet dit document, dat richting geeft aan de strategie van het Bondgenootschap voor de komende jaren, ten volle rekening houden met de geopolitieke en veiligheidsontwikkelingen die het gevolg zijn van de Russische invasie in Oekraïne. Dit zal de oefening relevant maken. Ook met de complementariteit tussen de Europese Unie en de NAVO moet worden rekening gehouden. De goedkeuring van het Strategisch Kompas en het engagement van de lidstaten om meer en beter te investeren in defensie gaan in die richting.” Verwijzend naar de “Women, Peace and Security Agenda”, benadrukte de vicepremier dat de gemeenschappelijke waarden van de bondgenoten en de bescherming van de meest kwetsbaren ook centraal moeten staan in het NAVO-project, zeker in het licht van de gruweldaden in Bucha.
Tot slot, zal België actief deelnemen aan het DIANA-initiatief, de Noord-Atlantische innovatieaccelerator op defensiegebied, met een aantal geselecteerde R&D-centra en een incubator.
Op donderdag vond de eerste werkvergadering plaats in aanwezigheid van negen partners, waaronder de minister van Buitenlandse Zaken van Oekraïne, dhr. Dmytro Kuleba. De vier Aziatisch-Pacifische partners -Japan, Zuid-Korea, Australië en Nieuw-Zeeland– en Finland, Zweden, Georgië en de Hoge Buitenlandvertegenwoordiger van de EU namen eveneens deel aan de vergadering. De besprekingen spitsten zich toe op de gevolgen van de invasie in Oekraïne voor het mondiale machtsevenwicht, en in het bijzonder op de dubbelzinnige rol die China in dit conflict speelt. Bij monde van z’n vicepremier benadrukte België dat de inspanningen op het internationale toneel moeten worden opgevoerd om andere naties ervan te overtuigen de acties van Rusland nadrukkelijk te veroordelen en ze niet zonder gevolgen te laten. Sophie Wilmès: “in het licht van wat er momenteel in Oekraïne gebeurt, is het niet duidelijk aan de kaak stellen van deze oorlog, de facto de kant kiezen van de agressor. Wat in maart in de Algemene Vergadering van de VN gebeurde, was ongezien: een brede coalitie van 141 staten betreurde de Russische agressie en riep via een resolutie op tot de terugtrekking van de Russische troepen uit Oekraïne. Deze coalitie moet niet alleen worden voortgezet, maar ook worden uitgebreid. Onze diplomatieke inspanningen moeten ook in die richting gaan, in Afrika, Azië en Zuid-Amerika. Het is ook voor China tijd om de dubbelzinnigheid te laten varen.”
In de namiddag werd in een tweede zitting, die beperkt was tot de Geallieerden, de balans opgemaakt van de steun aan Oekraïne. België steunt de huidige aanpak van de NAVO om geen partij te zijn in het conflict. Dit mag de Geallieerden er niet van weerhouden om individueel alle nodige steun te verlenen aan het recht van Oekraïne om zichzelf te verdedigen. Sophie Wilmès heeft de wil van België uitgesproken om de hulp aan Oekraïne te versterken: “ons land verleent bilaterale humanitaire steun en niet-letale en letale uitrusting aan Oekraïne en wenst deze bijstand voort te zetten, in naam van het recht op zelfverdediging. We hebben via minister Kuleba de noden van de Oekraïners gehoord en deze worden door de Geallieerden grondig geanalyseerd. Meer in het algemeen moeten wij ook onze afschrikkingspositie aanpassen en versterken.” Hoewel de acties van Rusland om krachtige beslissingen vragen – met name op het gebied van sancties – en de dialoog steeds moeilijker maken, benadrukte België de noodzaak om alle communicatiekanalen niet definitief te breken om altijd ruimte te laten voor diplomatie.
De NAVO heeft beslist haar politieke en praktische steun aan de partnerlanden Moldavië, Georgië en Bosnië-Herzegovina op te voeren, teneinde hun weerbaarheid te versterken.