Elke maand komt het Europees Parlement vier dagen bijeen in plenaire zitting in Straatsburg. Deze sessies zijn de hoogtepunten van het parlementaire werk. Het zijn de grote debatten over actuele zaken en de uiteindelijke stemming over wetgevende teksten die in de Franse stad plaatsvinden. De plenaire zitting kan worden beschouwd als de voltooiing van het werk dat in Brussel is verricht. Het doel van dit artikel is om u een samenvatting te geven van de belangrijkste gebeurtenissen van de week, de context uit te leggen, ze te analyseren en te informeren over de belangrijke stemmingen tijdens deze sessie.

Leestijd: 8 minuten

 

Tarieven-President

Hij had er geen geheim van gemaakt. President Donald Trump houdt van douanerechten; hij ging zelfs zo ver om tijdens een campagnebijeenkomst in de race naar het Amerikaanse presidentschap te zeggen dat “tariff” (douanerecht in het Engels) “het mooiste woord in het woordenboek” was.

Om het eenvoudig te zeggen: douanerechten zijn extra belastingen die een land kan kiezen om op geïmporteerde goederen te heffen. Deze belastingen worden meestal uitgedrukt als een percentage van de waarde van het goed. Elk land kan besluiten of het douanerechten oplegt en welk bedrag, maar dit beleid moet echter wel de afspraken in handelsverdragen respecteren of, meer algemeen, de principes van een vrije en vooral eerlijke internationale handel. Douanerechten zijn niet exclusief voor de Amerikanen. De Europese Unie heft bijvoorbeeld douanerechten op Chinese auto’s, waarvan de prijzen kunstmatig naar beneden worden getrokken door massale staatssteun aan de industrie, wat een volkomen oneerlijke concurrentie met onze Europese auto’s op onze eigen markt creëert.

Douanerechten kunnen dus gerechtvaardigd zijn. Maar het is een handelswapen dat met voorzichtigheid en mate gebruikt moet worden. De negatieve effecten zijn niet te verwaarlozen. Door hoge douanerechten op te leggen, creëer je niet alleen onvermijdelijk verstoringen in de internationale handel; en misschien zelfs het verslechteren van diplomatieke betrekkingen met je partners. Maar daarnaast zal het in je eigen land de prijzen van goederen verhogen, die dus duurder zullen worden. Dit is niet goed voor de koopkracht van de huishoudens. Daarbij kunnen andere goederen ook in prijs stijgen zodra bepaalde toeleveringsketens verstoord raken, wat ook problemen veroorzaakt voor bedrijven die aan het einde van de keten staan. Het is dus altijd een kwestie van het vinden van het juiste evenwicht.

Al deze overwegingen lijken de president Trump niet te verontrusten, die een stortvloed van douanerechten oplegt aan een reeks landen, zowel vrienden als rivalen: 25% op Canada en Mexico, 10% op China … Hoewel de Europese Unie in de praktijk wat minder werd getroffen – al was dat niet noodzakelijkerwijs het geval in de uitspraken – kondigde de Amerikaanse president vlak voor de plenaire zitting van het Europees Parlement in februari aan dat hij vanaf maart 25% douanerechten zou invoeren op staal en aluminium “zonder uitzondering”. Dit zal dus ook Europa raken.

Voor mij is het duidelijk: het beste antwoord op deze dreigingen uit Washington is een verenigd Europa, dat in staat is om weerstand te bieden, te reageren en haar sectoren te beschermen. Dit was de boodschap die ik in Straatsburg wilde overbrengen, tijdens ons debat met Commissaris Šefčovič en de Poolse minister Szłapka, die het voorzitterschap van de Raad vertegenwoordigde. President Trump begrijpt alleen de machtsverhouding en rekent zeer waarschijnlijk op onze passiviteit, of zelfs chaos. Door gezamenlijk op te treden, met eerlijke en doeltreffende tegenmaatregelen, zou de druk moeten omdraaien. In de VS hebben de markten namelijk ook zeer negatief gereageerd op de eerste aankondigingen van douanerechten. Zelfs binnen de Republikeinse Partij beginnen sommige afwijkende stemmen te klinken. Dit kan in ons voordeel spelen.

Ik ben echter niet naïef. President Trump bekijkt elke relatie op een transactionele manier, vaak als een ruil. Wij Europeanen hebben de neiging om thema’s te compartimenteren. Handel tegen handel. Maar de Amerikaanse president houdt zich niet bezig met deze details. Ter illustratie: Canada en Mexico slaagden erin om de toepassing van douanerechten een maand lang “on hold” te zetten in ruil voor een strengere grenspolitiek. En als de douanerechten die op Europa worden opgelegd, niet bedoeld zijn om het begrotingstekort met de VS in evenwicht te brengen? Tenslotte heeft vicepresident Vance gezegd dat de VS de NAVO zouden kunnen verlaten als de EU probeert om X, het platform van Elon Musk, te reguleren. Deze chantage is volstrekt onaanvaardbaar. Nooit zouden we kunnen denken aan het opgeven van onze fundamentele waarden en wat de Europese democratie definieert in ruil voor het afschaffen van handelsbarrières. Integendeel, de Europese burgers hebben nooit zoveel behoefte gehad aan een eerlijke en evenwichtige vrije handel die hun verwachtingen op het gebied van waarden en kwaliteit respecteert. Ik zal hier dan ook bijzonder waakzaam op zijn.

 

Ján Kuciak en Martina Kušnírová

“Onze vrijheid kan alleen worden verdedigd als de pers vrij is.” Deze uitspraak wordt vaak toegeschreven aan Thomas Jefferson, de vader van de Verenigde Staten, die ook de derde president van het land was. Zeer gehecht aan de Verlichting, was Jefferson ervan overtuigd dat de vrijheid van de pers essentieel was voor een democratie, omdat deze niet alleen de taak had om het volk te informeren, maar ook de rol van tegenmacht vervulde en daardoor misbruik van macht voorkwam. In onze Europese democratieën is de persvrijheid net zo belangrijk. En om dezelfde redenen. Deze vrijheid is vastgelegd in verschillende Europese grondslagen, zoals bijvoorbeeld in artikel 25 van de Belgische Grondwet, die, zoals ik herinner, als inspiratie heeft gediend voor de grondwetten van andere Europese staten in die tijd.

Desondanks is de bescherming van journalisten in Europa helaas niet volledig. De moord op Ján Kuciak en zijn partner Martina Kušnírová herinnert ons hier pijnlijk aan. Jan was 27 jaar oud en was onderzoeksjournalist, bekend om zijn onderzoeken naar corruptie in de zakenwereld en de politiek in Slowakije. In februari 2018 werd hij samen met Martina doodgeschoten in hun huis. Jaren later zijn de redenen voor deze moord bijna zeker, maar de zaak is nog steeds niet volledig opgehelderd.

Ter nagedachtenis aan Kuciak, maar ook aan andere vergelijkbare tragedies, zoals de moord op Daphne Caruana Galizia op Malta in 2017, sprak ik tijdens de plenaire zitting ter ondersteuning van Commissaris McGrath in zijn inzet om de bescherming van journalisten in de Europese Unie te versterken. Drie manieren om dit te bereiken, naast vele andere. Ten eerste trad vorig jaar de Europese wetgeving inzake mediavrijheid in werking, waarvan alle bepalingen uiterlijk in de zomer volledig van kracht moeten zijn. Deze nieuwe regels zijn bedoeld om het pluralisme en de onafhankelijkheid van de media te beschermen en, zoals bij elke nieuwe verordening, moet de Commissie strikt toezien op de uitvoering van elke bepaling in de lidstaten. Ook trad vorig jaar de SLAPP-richtlijn (Strategic Lawsuit Against Public Participation) in werking, die zich richt op “sluipprocedures”, dat wil zeggen misbruik van rechtsprocedures tegen bijvoorbeeld journalisten om hen te beletten hun werk vrij te doen. Het probleem is dat de richtlijn zich nu richt op grensoverschrijdende gevallen, terwijl intimidatie vaak op nationaal niveau voorkomt. Daphne had bijvoorbeeld zo’n veertig procedures tegen haar lopen in Malta. Het is dus van cruciaal belang dat deze richtlijn op nationaal niveau in elke lidstaat wordt toegepast. Ten slotte zijn herhaalde aanbevelingen niet langer genoeg. Bij zaken die de rechtsstaat of fundamentele vrijheden betreffen, moet inactiviteit uiteindelijk leiden tot sancties.

 

Partner van de democratie in de wereld

Als vicevoorzitter, verantwoordelijk voor onder andere mensenrechten, de rechtsstaat en de steun aan democratie, maak ik deel uit van de DEG-groep (Democracy Support and Election Coordination Group), waarvan de twee belangrijkste taken zijn het observeren en volgen van verkiezingen wereldwijd en het ondersteunen van de democratie door middel van verschillende activiteiten en interparlementaire partnerschappen. Begin dit jaar kwamen de leden van de DEG overeen over een jaarlijks werkprogramma dat onder andere de prioritaire landen bepaalt waar we onze democratieondersteunende activiteiten willen concentreren. Er werd besloten om voornamelijk samen te werken met landen in onze directe omgeving. Veel van deze landen zijn kandidaat-lidstaten van onze Unie: Oekraïne, Moldavië en de landen van de Balkan. Lid worden van de Europese Unie vereist het naleven van een aantal criteria, onze hoge normen en vooral onze democratische principes. De initiatieven van de DEG gaan dan ook in die richting. Dit jaar willen de leden van de groep ook nauwer samenwerken met Armenië, dat al deel uitmaakt van de Oostelijke Partnerschap en zich diep inzet om zijn democratie te versterken.

Ten slotte blijft de DEG werken met het Pan-Afrikaanse Parlement, de vergadering van de Afrikaanse Unie, met specifieke aandacht voor de Grote Meren regio. De dramatische situatie in de Democratische Republiek Congo bevestigt nogmaals dat dit de juiste keuze was, aangezien we weten dat steun voor de democratie en mensenrechten niet alleen een voorwaarde is, maar ook bijdraagt aan vrede, stabiliteit en uiteindelijk economische ontwikkeling en sociaal welzijn. Bovendien werd deze beslissing genomen parallel aan de aanneming van een resolutie die de bezetting van Goma erkent als een schending van de soevereiniteit en territoriale integriteit van de DRC en een reeks sancties eist, met name tegen de verantwoordelijken van de M23. Een onmiskenbare boodschap van een brede coalitie, die moet worden gevolgd door concrete reacties van de Europese Unie.

Daarnaast heb ik twee andere teksten ondertekend met betrekking tot mensenrechten en democratische principes. De eerste betreft Turkije, waar democratisch verkozen burgemeesters willekeurig werden afgzet en gevangengezet. De tweede erkent opnieuw Salomé Zourabichvili als de legitieme president van Georgië na gemanipuleerde verkiezingen ten gunste van de partij “Georgian Dream”. Nieuwe verkiezingen moeten op een onafhankelijke en transparante manier worden gehouden.

Meer informatie op de website van het Europees Parlement.