De huidige crisis heeft veel van onze zekerheden onderuitgehaald, maar een aantal ervan ook versterkt: zo zijn we ons meer dan ooit bewust van het belang van cultuur en entertainment en van het gevoel van fierheid over al het talent dat België en Brussel doet schitteren.
De culturele sector wordt zoals vele andere sectoren zwaar getroffen door de gezondheidscrisis. Soms zelfs meer dan andere, want door de aard van haar activiteiten waren er meer voorzorgsmaatregelen nodig. Sommige evenementen moesten worden geannuleerd, andere konden doorgaan met een beperkt publiek.
De stopzetting van de activiteiten en de trage heropstart hebben bijgedragen tot een sterke achteruitgang van hun begrotingsvooruitzichten. Om dit gedeeltelijk te compenseren zullen de biculturele instellingen trouwens een vorm van immunisatie genieten tegenover de éénmalige lineaire besparing van 2% voor 2021.
Ondanks alles hebben de culturele sector en – belangrijk voor ons vandaag – de federale culturele instellingen niet stilgezeten.
Ze hebben strikte protocollen opgesteld om hun activiteiten te kunnen hervatten in omstandigheden die veilig en geruststellend zijn voor het publiek. Daarnaast zijn ze ook proactief op zoek gegaan naar alternatieven voor hun live-evenementen, zoals video-opnames.
Ondanks deze protocollen werden zij, toen de gezondheidstoestand verslechterde, verplicht om hun activiteiten opnieuw een tijd stop te zetten. Dat was een moeilijke maar noodzakelijke maatregel.
Het verheugt mij dat de musea na de beslissingen van het Overlegcomité, die voortvloeien uit een vandaag bemoedigendere gezondheidssituatie, hun deuren weer kunnen openen. Bozar kon het publiek dus op 1 december opnieuw verwelkomen, nog steeds met strikte inachtneming van de bestaande gezondheidsprotocollen.
Dit is een eerste stap naar, hopelijk, een geleidelijke terugkeer naar een normale situatie voor alle federale culturele instellingen.
De overheid heeft dan ook beslist om deze instellingen, net als de andere getroffen sectoren, financiële steun te verlenen ter compensatie van de financiële verliezen. En hoewel deze steun absoluut noodzakelijk was, volstaat dit zeker niet.
Als het gaat over het herstel en de toekomstige investeringen, mogen we de biculturele instellingen niet vergeten. De regering zal de financiële situatie van de instellingen trouwens nauwlettend blijven volgen om ze in deze moeilijke tijden te blijven steunen.
Tot slot zullen de biculturele instellingen zodra het mogelijk is en met de steun van de regering, hun activiteiten moeten heropstarten, om nieuwe inkomsten te genereren.
De strijd tegen het coronavirus mag ons er niet van weerhouden om vooruit te kijken. En de regering is van plan om de instellingen te begeleiden bij hun toekomstige ontwikkeling.
Deze ontwikkeling zal met name mogelijk worden gemaakt door een verdieping en versterking van de synergieën tussen de instellingen. Ze zijn complementair en moeten samenwerken op alle aspecten waar dat tot meer efficiëntie leidt.
De beheersovereenkomsten van 2016 voorzagen specifiek in een gemeenschappelijk beleid voor de organisatie en de ontwikkeling van alle diensten waarvoor een gemeenschappelijke aanpak de prestaties kon optimaliseren. Dit zal ook een prioriteit zijn in de nieuwe beheersovereenkomsten die de komende maanden zullen worden opgesteld.
Hierbij zullen ze kunnen rekenen op de federale overheid, maar ook op de andere instellingen zoals Beliris of de Regie der Gebouwen, die altijd al een belangrijke rol hebben gespeeld in de herwaardering van het Brusselse culturele en architecturale erfgoed.
De FOD Buitenlandse Zaken speelt ook een ondersteunende rol, met name voor Bozar, in het kader van het imago van België. We mogen immers niet vergeten dat het van cruciaal belang is dat onze biculturele instellingen een uitstalraam blijven voor de kwaliteit van de Belgische projecten.
Daarom zal er aan elk staatsbezoek in de mate van het mogelijke een cultureel luik worden gekoppeld. Verder heeft elke instelling een aantal internationale samenwerkingsverbanden ontwikkeld die waardevol zijn voor de uitstraling van ons land.
De vorming van de nieuwe federale regering is een gelegenheid om bepaalde processen die essentieel zijn voor het goede beheer van de instellingen nieuw leven in te blazen.
De organieke wetten zullen worden geactualiseerd, de selectieprocedures zullen opnieuw worden opgestart, het mandaat van de leden van de raden van bestuur zal worden vernieuwd, de beheersovereenkomsten zullen worden onderhandeld, overeenkomsten zullen worden geherdefinieerd en tot slot zullen de personeelsstatuten worden gemoderniseerd.
De details van deze aspecten vindt u terug in mijn algemene beleidsverklaring en mijn beleidsnota. Deze punten zullen met voorrang worden behandeld.
Sinds een aantal maanden heeft de gezondheidscontext ons de mogelijkheid ontnomen om voor de evenementen een middellange- en langetermijnvisie te ontwikkelen. Toch moeten we deze stilstand benutten om de behoeften, uitdagingen en bezorgdheden te identificeren. Zo kunnen we meteen aan de slag om de nodige antwoorden te geven.
Ik ben ervan overtuigd dat de federale culturele instellingen, met volle uitoefening van hun autonomie, en nog steeds met de steun van de federale overheid, eens te meer hun kracht, hun leidende rol in de samenleving en hun veerkracht zullen laten zien.