Beste collega’s,
Allereerst wil ik Rwanda en minister Vincent Biruta bedanken voor de ontvangst, net als onze co-voorzitters Josep Borrell en Christophe Lutundula, voor de organisatie van deze bijeenkomst.
Ik zal het hebben over twee punten in het bijzonder.
Voorzitters, met betrekking tot het thema “Vrede, veiligheid en bestuur” denk ik dat het relevant is, zoals de kadernota van de Afrikaanse Unie ons uitnodigt te doen, te kijken naar de rol van de Staat in een tijd waar die steeds meer onder druk komt te staan.
De legitimiteit en de transparantie van de Staat en de instellingen die ervan afhankelijk zijn, zijn garanties voor duurzame stabiliteit en dus voor veiligheid.
Beleidskwesties, eerbiediging van de rechtsstaat en de mensenrechten vormen derhalve de kern van deze kwestie.
In dit verband betreur ik het dat de kwestie van de bestrijding van straffeloosheid, die van essentieel belang is in deze vergelijking, ontbreekt in het slotcommuniqué.
Deze zaken dragen actief bij tot het doorbreken van de geweldsspiraal en zijn een cruciale stap naar verzoening. België zal het belang ervan blijven benadrukken, net zoals ons land zich blijft inzetten voor seksuele en reproductieve rechten.
Anderzijds ben ik tevreden over de mobilisatie van onze beide Unies ten gunste van transitionele justitie.
Commissaris Bankole herinnerde aan dit concrete engagement op 6 oktober op een door België en de Afrikaanse Unie gezamenlijk georganiseerd seminar.
Transitionele justitie maakt het mogelijk “de vrede te winnen”, zoals de ervaring in Rwanda op schitterende wijze aantoont. Ik hoop dat onze synergiën op dit gebied zullen worden verdiept. België is bereid daaraan bij te dragen in het kader van zijn toekomstige multilaterale mandaten.
Ik ben het ook eens met Josep Borrell en mijn collega, Jean-Yves Le Drian, over de mogelijkheid om vandaag een gezamenlijke boodschap te sturen over de situatie in Soedan.
Beste collega’s,
Ik denk dat het ook gepast is om de balans op te maken van onze gezamenlijke inspanningen om COVID-19 te bestrijden.
De wereldwijde vaccinatiecampagne is te traag en te asymmetrisch, ondanks de vele bijdragen aan COVAX.
We moeten de distributie versnellen en de productie van vaccins opvoeren om de lokale inspanningen te ondersteunen. Ik wil op beide punten vooruitgang zien tussen nu en de EU-AU-top.
België is een “land van vaccins” en neemt actief deel aan de wereldwijde inspanning. Tegen begin 2022 moeten we de drempel van één miljard uitgevoerde doses COVID-vaccin hebben bereikt.
België steunt ook de productie van vaccins in Afrika.
Ondanks de onbetwistbare voordelen is vaccinatie een permanente uitdaging. Om dit concreet aan te pakken, onderzoekt België momenteel samen met zijn partners hoe de voorspelbaarheid en de zichtbaarheid van de COVAX-donaties kunnen worden verbeterd en hoe de periode waarin deze vaccins kunnen worden gebruikt, kan worden verlengd.
Ook delen wij de wens dat het proces van erkenning van vaccins wordt versneld.
Er zijn dus nog veel uitdagingen. Maar de wetenschap helpt ons.
Dit blijkt uit de recordsnelheid waarmee het COVID-19-vaccin werd ontwikkeld en, recent nog, uit de ontwikkeling van het malariavaccin. Te veel Afrikaanse gezinnen lijden nog steeds onder deze ziekte. Het vaccin is ontwikkeld in België en kreeg onlangs een positief advies van de WHO.
Dit is een positieve noot om mee te eindigen, want ja, er liggen nog uitdagingen in het verschiet, maar we kunnen ze overwinnen. Samen.