Vandaag, donderdag 16 september, heeft de Vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Sophie Wilmès, de minister van Buitenlandse Zaken van de Republiek Servië ontmoet, Z.E. dhr Nikola Selaković, ter gelegenheid van zijn bezoek aan Brussel.
In dat kader hebben de ministers het onder meer gehad over de goede bilaterale relaties en diplomatieke betrekkingen (waarvan we dit jaar de 135ste verjaardag vieren) tussen België en Servië en de politieke situatie in Servië en de bredere regio. De twee ministers toonden zich verheugd over de sterke economische banden tussen beide landen en zijn voornemens te bekijken hoe deze nog verder kunnen worden versterkt.
Beide ministers hadden het ook over de relatie met de EU. Wat het EU-perspectief van Servië betreft, bevestigt België zijn positie: de EU engageert zich ten opzichte van de partners van de Westelijke Balkan, maar onderstreept het belang van hervormingen: “Toetredingsonderhandelingen zijn gebaseerd op strenge maar billijke voorwaarden, en op de eigen merites van elke kandidaat-lidstaat. België nodigt Servië uit om het nodige werk te verrichten wat betreft het uitvoeren van de reeds aangenomen wetgeving”, aldus de vicepremier.
Wat de Belgrado-Pristina dialoog betreft, steunt België het werk van de speciaal gezant van de EU, Miroslav Lajcak. “Het is essentieel dat beide partijen loyaal deelnemen en vooruitgang boeken. De bedoeling blijft een realistische en duurzame oplossing te vinden voor de impasse, die leidt tot een normalisering van de relaties tussen Servië en Kosovo”, aldus Sophie Wilmès.
Tot slot hebben vicepremier Wilmès en minister Selaković zich ook gebogen over de kwestie van de mensenrechten in de Balkanregio, met name over maatregelen ter versterking van de bescherming van minderheden.
De bijeenkomst werd afgesloten met de ondertekening van een Memorandum van Overeenstemming tussen de twee landen over bilaterale samenwerking. “Het MoU is een duidelijk engagement: België en Servië zullen regelmatig overleggen op verschillende niveaus. De ondertekening van deze overeenkomst is een formalisering van onze goede samenwerking”, besluit Sophie Wilmès.