Vandaag, maandag 25 januari, heeft vicepremier en minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès samen met haar collega’s deelgenomen aan de Raad Buitenlandse Zaken in Brussel. Die begon met uitwisselingen over actuele dossiers.  De Europese ministers van Buitenlandse Zaken bespraken de politieke situatie in verschillende regio’s van de wereld, maar ook de toekomst van de trans-Atlantische betrekkingen en de Europese strategie om de toegang van derde landen tot vaccins tegen COVID-19 te vergemakkelijken. Er is ook van gedachten gewisseld met de Japanse minister van Buitenlandse Zaken, de heer Toshimitsu Motegi.

 

Rusland

Het hardhandige optreden tegen demonstraties ter ondersteuning van Alexei Navalny, die sinds zijn terugkeer naar Rusland op 17 januari gevangen zit, baart de lidstaten van de EU ernstige zorgen. Ze zien een progressieve reductie van de democratische ruimte en schendingen van de mensenrechten in Rusland. De EU past reeds een aantal strenge sancties tegen Rusland toe. Verdere uitbreidingen worden overwogen. Via zijn vicepremier heeft België getoond dat het open staat voor elke optie die een sterk en gecoördineerd Europees antwoord zou bevorderen. “Hoge Vertegenwoordiger Borrell heeft zich bereid verklaard naar Moskou te reizen om rechtstreeks contact op te nemen met de Russische autoriteiten. We zullen hem steunen in zijn démarche en hopen dat hij een sterk signaal kan geven. Wij hebben altijd gepleit voor het handhaven van een dialoog met Rusland – Rusland, dat een belangrijke strategische speler blijft aan de poorten van Europa. We zullen de gelegenheid hebben om op dit punt terug te komen en het verslag van de Hoge Vertegenwoordiger te horen tijdens onze strategische discussie over Rusland tijdens de Raad van februari. De situatie kan echter zeer snel veranderen en gezien de praktijken die in het licht van onze democratische waarden en de eerbiediging van de meest elementaire mensenrechten onaanvaardbaar zijn, moeten we bereid zijn om, indien nodig, alle nuttige maatregelen te nemen, met inbegrip van aanvullende sancties”, aldus Sophie Wilmès.

 

Turkije

Afgelopen donderdag heeft vicepremier Sophie Wilmès met haar Turkse collega, de heer Çavuşoğlu, gesproken ter gelegenheid van zijn bezoek aan Brussel om de verschillende vertegenwoordigers van de Europese instellingen te ontmoeten. Vicepremier Wilmès had de gelegenheid in een open en directe sfeer een aantal kwesties te bespreken, maar ook om een aantal bezorgdheden te uiten, onder meer over de houding van Turkije in het oostelijk Middellands Zeegebied en de mensenrechtensituatie. Hoewel er geen direct gevolg kon worden gegeven aan het besluit van de Europese Raad van december 2020 over aanvullende sancties tegen Turkije, is er toch een welkome verandering in de houding van Ankara, dat bereid lijkt om een positieve agenda met de EU aan te gaan. “Het is duidelijk dat Turkije de afgelopen dagen positieve signalen heeft gegeven en zich bereid toont de dialoog en de samenwerking met de Europese Unie een nieuw élan te geven. Daarom vragen wij om de beloftes van Turkije, dat een kans moet krijgen, te testen op hun realiteitszin. Maar ik wil heel duidelijk zijn: als ze niet tot een duidelijke en duurzame gedragswijziging leiden, zal België de snelle toepassing van aanvullende Europese sancties steunen”, aldus Sophie Wilmès.

 

Hongkong

Tijdens de vergadering van de Europese ministers van Buitenlandse Zaken heeft vicepremier Sophie Wilmès namens de Benelux gesproken over de huidige situatie in Hongkong. België, Nederland en Luxemburg delen een groeiende bezorgdheid over de schendingen van de fundamentele vrijheden en de mensenrechten van de bevolking. Deze bezorgdheid is nog groter geworden na de massale arrestaties op 6 januari. De drie landen zijn het erover eens dat de inspanningen van de Europese Unie en de lidstaten moeten worden opgevoerd om de lijnen in deze kwestie te verleggen. Sophie Wilmès: “Het valt niet te ontkennen dat de Nationale Veiligheidswet wordt gebruikt om alle politieke oppositie het zwijgen op te leggen en de democratie te ondergraven. Beetje bij beetje ondermijnt China de autonomie van Hongkong. Elke gelegenheid moet worden aangegrepen om deze misstanden aan de kaak te stellen: in bilaterale contacten met Beijing, op Europees niveau, maar ook in multilaterale fora. Wij roepen ook op tot verdere coördinatie van onze inspanningen met onze partners buiten Europa, zoals het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Canada en Australië, om de druk op Beijing op te voeren en snel echte veranderingen te zien in het beleid ten aanzien van Hongkong. Het gaat hier om het respecteren van internationale verplichtingen en de reputatie van China als betrouwbare partner”. De rechterlijke macht, die zich nog steeds verzet tegen de druk van het regime in Beijing, verdient volgens de Benelux bijzondere aandacht. België steunt ook de mogelijkheid voor studenten uit Hongkong om deel te nemen aan het Erasmus Mundus-programma.

 

Klimaatdiplomatie

Door ambitieuze klimaatdoelstellingen aan te nemen, heeft de Europese Unie haar status als “wereldleider” op dit gebied bevestigd. In deze optiek en met het oog op de COP26 willen de lidstaten alle beschikbare diplomatieke instrumenten gebruiken om de grote economieën in de wereld ervan te overtuigen deze weg te volgen, door op dit punt bindende verplichtingen aan te gaan. Op die manier kan ook elke vorm van oneerlijke concurrentie voor Europese bedrijven worden voorkomen. In lijn met zijn optreden binnen de VN-Veiligheidsraad, pleitte België ook voor bijkomende initiatieven om beter rekening te houden met de veiligheidsrisico’s van klimaatverandering. In het Sahelgebied bijvoorbeeld, leidt de opwarming van de aarde tot meer woestijnvorming, voedseltekorten en migratie. In combinatie met de bestaande politieke en veiligheidsproblemen versterken die de instabiliteit van de regio.

 

Betrekkingen met het Verenigd Koninkrijk

Ter afsluiting van de vergadering hebben de ministers van gedachten gewisseld over de betrekkingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk op vlak van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) en het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) van de Europese Unie, na het vertrek van de Britten. Dit beleidsdomein is niet opgenomen in de overeenkomst die eind 2020 met het Verenigd Koninkrijk is ondertekend en de mogelijkheden voor samenwerking moeten daarom nog worden bepaald. Sophie Wilmès: “België zal altijd pleiten voor een Europese aanpak, ook al zijn sommige bilaterale overeenkomsten – op voorwaarde dat ze in volledige transparantie gebeuren – niet uitgesloten. De deur van de EU moet open blijven voor een structurele samenwerking met Londen, want het Verenigd Koninkrijk is op vlak van buitenlandse zaken een belangrijke speler met wie we veel waarden en engagementen delen. We kunnen er dus op hopen om ook in de toekomst samen te werken op het buitenlandse toneel. Aan de overkant van het Kanaal wordt nagedacht over de plaats die het Verenigd Koninkrijk in de wereld inneemt, en we zullen zien of er ook in Londen bereidheid is om op deze vlakken samen te werken. De laatste signalen van de regering Johnson over de benoeming van de Europese ambassadeur zijn niet erg bemoedigend.” Een ander verhaal dat de afgelopen dagen aan beide zijden van het Kanaal de krantenkoppen heeft gehaald, is de weigering van het Verenigd Koninkrijk om de vertegenwoordiger van de Europese Unie in Londen een volledige diplomatieke status te verlenen. Sophie Wilmès antwoordde: “Het punt is aan de orde gesteld en er zijn gesprekken gaande met onze Britse partners. Het lijdt geen twijfel dat de Europese Unie, gezien haar bevoegdheden en haar werkterrein, haar instellingen ook, niet kan worden gezien als een doorsnee internationale organisatie. Ik ben verbaasd dat het Verenigd Koninkrijk dit niet heeft begrepen na bijna een halve eeuw een drijvende kracht achter dit project te zijn geweest. »