Geachte gasten,
Dames en Heren,
Allereerst wil ik u allen hartelijk welkom heten. Mijn collega, minister van Defensie Ludivine Dedonder, en ikzelf zijn bijzonder trots om hier vandaag zo’n groot en deskundig publiek samen te brengen.
Naar ik begrepen heb, is het de allereerste keer dat ambtenaren van zowel de ministeries van Buitenlandse Zaken als de ministeries van Defensie van de 27 lidstaten zich samen buigen over het defensie- en veiligheidsbeleid van de EU.
België is er vast van overtuigd dat het van essentieel belang is samen na te denken over wat Europa beter zou kunnen en moeten doen op het gebied van veiligheid en defensie.
Dit seminarie en het hele proces dat door het Strategisch Kompas op gang is gebracht, vinden plaats op een cruciaal moment.
Vandaag is de Europese Unie stabiel, vreedzaam en welvarend als nooit tevoren. Toch werden we de voorbije jaren geconfronteerd met ernstige brandhaarden in onze omgeving.
Door de annexatie van de Krim, de recente oorlog in Libië of het conflict in Nagorno-Karabach is brute militaire macht een lapmiddel geworden voor de diplomatieke status-quo en een “gemakkelijkheidsoplossing” voor de bredere strategische agenda.
Niet alleen in onze nabuurschap, maar ook binnen de EU als zodanig is er sprake van hybride bedreigingen en destabiliserende acties. Onze eigen economie en samenleving zijn steeds vaker het doelwit.
De conventionele wapenbeheersing brokkelt af. De teloorgang van het “Open Skies”-verdrag is de meest recente illustratie van een zorgwekkende trend.
Wij moeten er dan ook voor zorgen dat Europa niet wordt beschouwd als zwak of als onwillig om tegestanders in toom te houden. We moeten onze capaciteiten opbouwen en de vastberadenheid aan de dag leggen om op te treden.
Deze houding van kracht en afschrikking moet worden gecombineerd met onze traditionele diplomatieke instrumenten en een aanbod tot dialoog. Onze inspanningen op het gebied van veiligheid en defensie moeten coherent en doeltreffend zijn.
Voor degenen onder ons die lid zijn van de NAVO is de onderlinge samenhang en de complementariteit met het bondgenootschap vanzelfsprekend. Laat er geen misverstand over bestaan : het bondgenootschap blijft de vitale hoeksteen van onze collectieve defensie. Maar ook binnen de NAVO wordt het gebrek aan slagkracht van Europa aanleiding tot bezorgdheid.
Deze Europese inspanningen (en met Europees bedoel ik EU) dragen dan ook bij tot de samenhang van de NAVO.
Twee weken geleden hebben wij met succes de eerste topontmoeting EU-VS in aanwezigheid van president Biden gehouden, alsook een NAVO-topontmoeting. De “Verenigde Staten zijn terug”, waardoor wij het politiek overleg over alle belangrijke kwesties die onze veiligheid betreffen, nieuw leven kunnen inblazen.
Maar we moeten realistisch blijven: president Biden zal, net als zijn voorgangers, duidelijke verwachtingen koesteren van de kant van Europa. De Europeanen moeten bereid zijn tot een sterker engagement.
De oproep is niet alleen om de defensie-uitgaven te verhogen, maar ook om strategischer te denken en te handelen. Van de Europeanen wordt verwacht dat zij present geven wanneer zij denken dat hun eigen veiligheid rechtstreeks in gevaar is, vooral wanneer de NAVO of de Verenigde Staten niet betrokken zijn.
In 2016 heeft de Europese Unie in haar globale strategie deze verwachtingen duidelijk onderkend en nieuwe opkomende bedreigingen voor de veiligheid in kaart gebracht.
De eerste initiatieven inzake veiligheid en defensie binnen de Europese Unie dateren van meer dan 20 jaar geleden. Op de top van Helsinki van december 99 hebben wij een duidelijk ambitieniveau onderschreven in het zogeheten “Hoofddoel van Helsinki”, dat gericht is op de ontwikkeling van capaciteit. Dit voorstel blijft ook vandaag nog grotendeels relevant.
Maar de wereld, de kansen en de bedreigingen zijn veranderd. Het is tijd om de software te upgraden en ons ambitieniveau op het gebied van veiligheid en defensie te herdefiniëren. Dat is het doel van het Strategisch Kompas, dat in maart volgend jaar door de Europese Raad zal worden gepresenteerd.
Op die manier moeten wij een sterke transatlantische cohesie bevorderen. Terwijl wij aan deze kant van de stad, binnen de EU, onderhandelen over het Strategisch Kompas, bespreekt de NAVO aan de andere kant van Brussel de herziening van haar Strategisch Concept.
De synchroniciteit van deze processen biedt een unieke kans om ervoor te zorgen dat beide instellingen en hun beleid hetzelfde doel dienen: meer capaciteit, meer betrokkenheid, een betere lastenverdeling en meer collectieve veiligheid.
Voor België, dat net als alle andere lidstaten afhankelijk is van één enkele troepenmacht, lijkt dit zeer redelijk, en volstrekt oncontroversieel. Via het Kompas moeten wij ervoor zorgen dat de EU-instellingen ons helpen om veel rendabeler te worden, wat ook onze inspanningen binnen de NAVO ten goede zal komen.
Maar we moeten ook de waarheid onder ogen zien. Het Kompas moet in alle eerlijkheid nagaan waar en waarom wij de afgelopen 20 jaar ondermaats hebben gepresteerd. Wij moeten nagaan wat er beter had gekund sinds de top van Helsinki in december 1999.
Het Strategisch Kompas moet echt een verschil maken. Het moet resultaatgericht zijn, onze capaciteit verbeteren en garant staan voor onze actiebereidheid en daadkracht..
Hiertoe is het volgens België van cruciaal belang ons besluitvormingsproces te verbeteren, in termen van werkmethoden, verstandige toewijzing van budgetten, processen voor capaciteitsontwikkeling en institutionele structuur.
Het is van essentieel belang ervoor te zorgen dat “veiligheid en defensie” in de EU veel meer politieke impulsen krijgen. De ministers van Defensie moeten een sterke eigen inbreng hebben om te zorgen voor betere resultaten.
In dat verband hebben de ministers van Defensie al meermaals van gedachten gewisseld over het Strategisch Kompas.
Ik ben ook verheugd dat het Strategisch Kompas voor het eerst zal worden besproken tijdens de volgende Raad Buitenlandse Zaken op 12 juli. Een grondige evaluatie van de tot dusver geboekte vooruitgang is van essentieel belang om ervoor te zorgen dat de politieke koers wordt aangehouden.
Ik kijk uit naar de resultaten van dit seminarie om onze denkoefening te voeden over de wijze waarop we de governance van het Europees veiligheids- en defensiebeleid kunnen verbeteren.
Alvorens het woord te geven aan de minister van Defensie, mijn collega, Ludivine Dedonder, wens ik u alvast een vruchtbare gedachtewisseling. Ik hoop dat de besprekingen die de komende twee dagen zullen plaatsvinden tot goede ideeën zullen leiden. En dat uw gedachtewisselingen de lopende onderhandelingen over het Strategisch Pact zullen inspireren.
Ludivine, het woord is aan u.