In de week van 20 september vond de Ministeriële Week plaats van de 76ste Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. In de nasleep van de covid-pandemie vond Algemene Vergadering dit jaar plaats in hybride formaat: zo werden het Algemeen Debat en een aantal vergaderingen fysiek gehouden, andere evenementen gebeurden via videoconferentie.

 

Waarom was België aanwezig?

 

De Algemene Vergadering in New York is de grootste diplomatieke meeting ter wereld. Een essentiële ontmoetingsplek, en een gelegenheid om ambtgenoten van over de hele wereld te spreken, over belangrijke/actuele kwesties. Vaak ook om wrijvingspunten te bespreken.

Zo heeft de vicepremier onder meer staatshoofden en regeringsleiders uit Afrika gezien, onder wie de president en de minister van Buitenlandse Zaken van de Democratische Republiek Congo en Burundi, en de ministers van Buitenlandse Zaken van Ivoorkust, Niger, Tunesië, Libië en Ethiopië.

Een tweede grote groep, waren de ambtgenoten uit het Midden-Oosten en Azië,  onder wie ministers uit Armenië, Palestina, Qatar, Jordanië, India, de Verenigde Arabische Emiraten, Iran, Irak en Pakistan.

Verder waren er bilaterale ontmoetingen met enkele topmensen van de Verenigde Naties, onder wie Secretaris-Generaal Antonio Guterres en Martin Griffiths, ondersecretaris-generaal voor Humanitaire Zaken en Noodhulp-coördinator van de VN (samen met PM De Croo). Ook vond een onderhoud plaats met Michelle Coninx, de Belgische ondersecretaris-generaal voor het Antiterrorismecomité van de VN.

Uit de zakenwereld, tenslotte, zag de vicepremier (al dan niet samen met PM De Croo) Brad Smith, de CEO van Microsoft, de Belgische mode-ontwerpster Diane Von Furstenberg en vertegenwoordigers van BelCham, de Belgische Kamer van Koophandel in de VS.

Tot slot heeft de vice-eersteminister ook de belangrijkste vertegenwoordigers van de joodse gemeenschap in de VS ontmoet.

De Algemene Vergadering is ook een gelegenheid om het profiel en het imago van ons land te versterken en onze prioriteiten hoog op de internationale agenda zetten.

Eén van de grote prioriteiten van België de afgelopen jaren, is de bescherming van kinderen in gewapende conflicten. België heeft er veel expertise in, onder meer door ons mandaat in de Veiligheidsraad (2019-2020) waar ons land voorzitter was van de werkgroep Kinderen en Gewapend Conflict. Tijdens de ministeriële week organiseerde België – samen met de Europese Commissie, Niger en de NGO Save The Children – een bijeenkomst over de bescherming van kinderen, de vaak onzichtbare slachtoffers van gewapende conflicten, maar ook van covid-19.

Sophie Wilmès: “De oorlogen die volwassenen voeren, hebben een verwoestend effect op kinderen. Ze dragen de fysieke, mentale en emotionele gevolgen hun hele leven mee. Kinderen worden vermoord, verminkt. Ze verliezen hun ouders, worden ontvoerd of dienen als kindsoldaten. Ze lopen het risico slachtoffer te worden van seksueel misbruik of uitbuiting. COVID-19 is hierbij een verzwarende factor. Naast extra armoede en gebrek aan kansen, zorgen covidmaatregelen er vaak voor dat kinderen niet meer naar school gaan of minder toegang hebben tot gezondheidszorg. Dat leed blijft te vaak ongezien.

België is ook altijd een voorvechter geweest in de strijd tegen straffeloosheid, en het verzekeren van de rechtsstaat en een onpartijdige en onafhankelijke rechtspraak. In het kader van de bijeenkomst van het Informeel Ministerieel Netwerk voor het Internationaal Strafhof heeft de minister Belgiës niet-aflatende steun aan het Internationaal Strafhof herbevestigd: “Het Hof staat onder druk, z’n onafhankelijkheid wordt vaak bedreigd. De staten die het hebben opgericht, hebben ook de plicht het te beschermen’, aldus Sophie Wilmès.

Op internationaal niveau speelt België een sleutelrol, vooral bij de verdediging van mensenrechten. Ons land is diep overtuigd van de bijzondere opdracht om ze te beschermen, zeker wanneer het aankomt op de rechten van vrouwen en meisjes, die vaak kwetsbaarder zijn. Dat heeft de crisis in Afghanistan duidelijk gemaakt. De thematiek is onder meer ter sprake gekomen tijdens de bijeenkomst van het Informele Netwerk van Vrouwelijke ministers, in de marge van de Algemene Vergadering.

Ook van groot belang voor ons land: de verdediging van democratie, de bescherming van universele vrijheden en de strijd tegen fake news.

In dat kader sprak minister Wilmès, in aanwezigheid van haar Franse ambtgenoot Le Drian, op het Internationaal Initiatief rond Informatie en Democratie – gelanceerd in 2019 in het framework van de Alliantie voor Multilateralisme. Het Initiatief heeft tot doel democratische garanties in te bouwen in de wereldwijde informatie- en communicatiestroom. “Covid-19 heeft desinformatie en manipulatie van informatie op sociale media versterkt, waardoor het vertrouwen van mensen nog verder wordt ondermijnd. België herbevestigt z’n engagement om de toegang tot vrije, pluralistische en betrouwbare informatie te verdedigen”, aldus Sophie Wilmès.

Aanwezig zijn op de Algemene Vergadering is tenslotte ook een gelegenheid om de grote actuele en latente crises van de planeet mee aan te pakken.

Dit jaar was er grote aandacht voor de Afghaanse crisis – niet alleen in veel bilaterale ontmoetingen, maar ook in de debatten. Zo zijn de EU-ministers van Buitenlandse Zaken bijeen gekomen voor een Informele Raad Buitenlandse Zaken, waar de focus lag op Afghanistan. De Raad volgde op de Gymnich van begin september, die de krijtlijnen van de EU-aanpak al had vastgelegd.

Ook de situatie in de Sahel en Jemen, en het vredesproces in het Midden Oosten werd niet uit het oog verloren.  In dat verband heeft de minister deelgenomen aan een ministeriële vergadering over de situatie in het Midden-Oosten, georganiseerd door het International Peace Institute, een onafhankelijke internationale denktank die zich onder meer bezig houdt met het bevorderen van vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling.