Op woensdag 16 en donderdag 17 juni heeft Vice-eersteminister en minister van Buitenlandse en Europese Zaken, Sophie Wilmès, een officieel bezoek gebracht aan de Helleense Republiek. Het was al verscheidene jaren geleden dat een lid van de Belgische uitvoerende macht Griekenland had bezocht. België en Griekenland onderhouden uitstekende bilaterale betrekkingen en werken op een zeer positieve manier samen binnen de Europese Unie. Deze reis bood de gelegenheid om deze dynamiek te versterken en met een aantal vooraanstaande politieke vertegenwoordigers aangelegenheden van gemeenschappelijk belang te bespreken. Een belangrijk deel van het bezoek was gewijd aan het migratievraagstuk. Griekenland ligt immers aan de “frontlijn”, de buitengrens van Europa en op het kruispunt van belangrijke migratieroutes.
Bezoek aan het vluchtelingenkamp van Mavrovouni (Lesbos)
Vergezeld door de Belgische staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Sammy Mahdi, wenste Vice-eersteminister Wilmès deze officiële missie te starten met een terreinbezoek aan het eiland Lesbos (Mytilene). Het eiland ligt op 15 km van de Turkse kust en staat sinds 2015 onder bijzonder sterke migratiedruk. Deze eerste fase van de missie maakt deel uit van de lopende besprekingen op Europees niveau over het ontwerppact inzake migratie en asiel, dat in september jl. door de Europese Commissie werd voorgesteld.
Het bezoek vond plaats in het Mavrovouni-kamp, dat na de brand in 2020 het kamp in Moria heeft vervangen. De Vicepremier heeft de grote inspanningen van de Griekse autoriteiten en de Europese en internationale partners kunnen vaststellen, ook al moet er nog heel wat werk worden verricht om de levensomstandigheden, die nog steeds zeer moeilijk zijn, te verbeteren. Zij heeft ook kennisgenomen van de inspanningen die in het kamp werden verricht om de vluchtelingen in te enten tegen COVID-19. Ter plaatse heeft zij de Griekse Secretaris-Generaal voor Asiel en Migratie, de heer Manos Logothetis, en het hoofd van het Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor vluchtelingen (UNHCR), mevrouw Astrid Castelein, ontmoet. Het bezoek werd voortgezet richting de school die wordt geleid door de vereniging METAdrasi, die enkele tientallen kinderen opvangt die in het kamp wonen, om hen basisonderwijs te geven met het oog op hun integratie in het Griekse schoolsysteem. Het bezoek van de Vicepremier aan zowel het kamp als de school kende verschillende persoonlijke ontmoetingen met kinderen, wier getuigenissen zowel de tegenspoed als de hoop illustreerden die de bewoners van het kamp Mavrovouni ondervinden. “Dit terreinbezoek heeft de harde realiteit aan het licht gebracht van zowel het leed van de migranten als de druk op de inwoners van Lesbos die hun bevolking in enkele jaren hebben zien verdubbelen. Dit heeft mij gesterkt in mijn overtuiging dat een Europese oplossing de enige mogelijke uitweg is. Deze oplossing moet een goed evenwicht vormen tussen de verantwoordelijkheid van de frontlijnstaten en de solidariteit binnen de Unie. België verricht reeds veel werk op dit gebied en houdt zich ook bezig met het fenomeen van de “secundaire migratie”. Maar iedereen in Europa moet zijn steentje bijdragen”, aldus Sophie Wilmès. Zij benadrukte tevens het belang van een totaalaanpak van migratie die ontwikkelingssamenwerking en samenwerking met de herkomst- en transitlanden omvat.
Na dit bezoek hadden Vicepremier Wilmès en staatssecretaris Mahdi in Athene een ontmoeting met de heer Nótis Mitarákis, de Griekse minister van Migratie en Asiel. Tijdens hun werkvergadering hadden zij een openhartige discussie over de ervaringen die zij net daarvoor hadden opgedaan en over de aandachtspunten van elke partij bij de Europese onderhandelingen over het pact. De besprekingen verliepen zonder taboes, inclusief over gevoelige onderwerpen zoals de opvangvoorzieningen en het grensbeheer.
Bilaterale ontmoetingen
De eerste dag van de missie – 16 juni – werd afgesloten met twee bilaterale ontmoetingen.
De eerste was met de President van de Griekse Republiek, Ekateríni Sakellaropoúlou, in haar officiële residentie. Mevrouw Sakellaropoúlou is de eerste vrouw die deze functie bekleedt. In deze context was, naast de kwesties die centraal stonden in de officiële missie, de kwestie van de gendergelijkheid en de vrouwenrechten uiteraard een gespreksonderwerp.
De tweede werkvergadering vond plaats met de minister-president, de heer Kyriákos Mitsotákis, samen met de minister van Buitenlandse Zaken, de heer Níkos Déndias. De besprekingen spitsten zich aanvankelijk toe op het beheer van de gezondheidscrisis in hun respectieve landen. België en Griekenland zijn verheugd dat een Europees COVID-19-certificaat zal worden afgegeven, wat het reizen in Europa tijdens de zomer van 2021 zal vergemakkelijken. Vaccinatie was ook een punt van bespreking, met name wat de internationale dimensie ervan betreft. Universele toegang tot vaccins blijft een essentiële nood die tot uiting komt in de werking van het COVAX-mechanisme. De ministers keken ook vooruit naar de toekomst door de sociaaleconomische kwesties in verband met de relance te bespreken. Tijdens de bijeenkomst deelde Vicepremier Wilmès ook haar analyse na haar bezoek aan het kamp Mavrovouni.
Op donderdag 17 juni heeft de Vicepremier een ontmoeting gehad met de Griekse minister van Milieu en Energie, de heer Konstantínos Skrékas. Het beleid van de regering Mitsotákis en het herstelplan dat zij heeft opgesteld, worden met name gekenmerkt door de wil van de Griekse autoriteiten om de energietransitie te versnellen door in te zetten op schone en duurzame energie. Zo kon Sophie Wilmès de aandacht vestigen op de deelname van bepaalde Belgische bedrijven aan de inspanningen om de bevoorrading van deze regio die van strategisch belang is in het Europese energielandschap, te diversifiëren. Zij onderstreepte ook de knowhow van België op het gebied van offshore-windenergie, aangezien ons land op dit gebied een voorbeeldfunctie vervult op het internationale toneel.
Daarna volgde een werkvergadering met minister van Buitenlandse Zaken Déndias die, rekening houdend met de grote verscheidenheid van onderwerpen die door de twee ministers en hun respectieve delegaties aan de orde werden gesteld, verscheidene uren in beslag nam. Van de behandelde actuele kwesties was de situatie in het oostelijke Middellands-Zeegebied een aandachtspunt voor België. De spanningen tussen Griekenland en Turkije zijn nog steeds actueel. Sophie Wilmès herhaalde haar steun voor Griekenland. Zij erkende dat Turkije een belangrijke regionale speler blijft en dat dit onvermijdelijk is, maar betreurde de destabiliserende houding van Turkije ten opzichte van zijn buren in het algemeen. “De de-escalatie in het oostelijke Middellands-Zeegebied is niettemin een positief signaal. We zijn teruggekeerd naar de dialoog. Op Europees niveau blijft België de idee steunen van een ‘dual track’ ten aanzien van Turkije. Deze aanpak bestendigt de dialoog en de opstelling van een positieve agenda waarmee punten van overeenkomst kunnen worden gevonden op gebieden van gemeenschappelijk belang, terwijl de rode lijnen die niet mogen worden overschreden, gehandhaafd blijven. Eventuele vooruitgang op het gebied van samenwerking zal uiteraard afhangen van de houding van Turkije in de toekomst.”
Sophie Wilmès heeft ook het Israëlisch-Palestijns conflict aan de orde gesteld, zoals zij regelmatig doet met haar Europese collega’s. “Het conflict beheersen is niet genoeg. Het moet worden opgelost door de spanningen bij de wortel aan te pakken. België pleit al geruime tijd voor de invoering , op Europees niveau, van stimulansen en ontmoedigingen voor beide partijen om hen op de weg naar vrede te houden. Hoe meer onder ons deze strategie bepleiten, hoe sneller we tastbare resultaten zullen boeken. De EU heeft heel duidelijk een rol te spelen in dit conflict,” verklaarde de Vicepremier.