Op 7 en 8 maart 2022 bracht vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès samen met staatssecretaris voor Asiel en Migratie Sammy Mahdi een bezoek aan Polen, één van de Europese landen die het meest te lijden heeft onder de gevolgen van de oorlog die Rusland is begonnen tegen Oekraïne. Het was een gelegenheid om te benadrukken dat België solidair is met z’n Europese partner Polen, die door de gedeelde grens met Oekraïne voor grote uitdagingen staat.
De delegatie bezocht eerst de grensstad Przemyśl. De vicepremier en de delegatie werden bij aankomst ontvangen door het mobiele consulaire team dat sinds 21 februari permanent ter plaatse wordt ingezet door de Belgische ambassade in Warschau. Hun opdracht is hulp te verlenen aan Belgen die Oekraïne wensen te verlaten. De leden van het team hadden een ontmoeting georganiseerd met de vicepremier en de staatssecretaris om hen op de hoogte te brengen van de laatste ontwikkelingen terzake, en om de dagelijkse werkzaamheden die ze op het terrein verrichten nader toe te lichten.
De vicepremier en de staatssecretaris bezochten vervolgens de grensovergang in de stad Medyka, waar de Poolse autoriteiten een stand van zaken gaven van de situatie, inclusief de uitdagingen en problemen waarmee ze sinds de invasie zijn geconfronteerd. Op het moment van de missie waren naar schatting meer dan 1,5 miljoen Oekraïners het land ontvlucht, meer dan de helft via Polen. De Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties voorspelde toen op korte termijn tot vier miljoen Oekraïense vluchtelingen, wat een enorme uitdaging betekent voor de Europese Unie en vooral voor de landen die aan Oekraïne grenzen. De vicepremier heeft kunnen vaststellen dat de overgrote meerderheid van deze vluchtelingen vrouwen zijn, vergezeld door hun kind(eren). Na het bezoek aan de grensovergang had de Belgische delegatie een ontmoeting met de burgemeester (Prezydent miasta) van Przemyśl, dhr. Wojciech Bakun. Hij leidde de delegatie naar het “Tesco”-terrein, een voormalig winkelcentrum dat door de plaatselijke autoriteiten werd herbestemd om vluchtelingen op te vangen en dat nu als transitcentrum wordt gebruikt. Ze konden zien welke inspanningen de autoriteiten moeten doen om de situatie onder controle te houden, maar ook welke noden er zijn. De vicepremier wees ook op de grote solidariteit ter plaatse.
Maandagavond kwam de Belgische delegatie in Warschau aan. Op de Belgische ambassade werd een bijeenkomst georganiseerd met vertegenwoordigers van het Oekraïense maatschappelijk middenveld die hun zaak vanuit het buitenland blijven verdedigen. Ze deelden met de vicepremier hun persoonlijke ervaringen, hun verwachtingen mbt de oorlog en wat ze hopen voor de toekomst van Oekraïne. Tijdens deze gedachtewisseling van meer dan een uur heeft de vice-eersteminister de gelegenheid gehad te specifiëren wat België doet om Oekraïne te ondersteunen: verschillende substantiële steunmaatregelen (militair- en beschermingsmateriaal, humanitaire hulp, opvang, enz.), maar ook het activeren van bepaalde hefbomen op het internationale toneel om druk uit te oefenen op het Kremlin om een onmiddellijk staakt-het-vuren en een terugtrekking van de Russische troepen uit Oekraïne te bekomen (sancties, diplomatiek isolement van Rusland, enz.).
Op dinsdag 8 maart vonden verschillende werkvergaderingen van politieke aard plaats. ‘s Ochtends had de vicepremier een ontmoeting met dhr. Fabrice Leggeri, directeur van het Europees Grens- en Kustwachtagentschap (Frontex) en de directeur van het Office for Democratic Institutions and Human Rights (ODHR) van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), dhr. Matteo Mecacci. Deze vergaderingen maakten een beter inzicht mogelijk van de rechtstreekse gevolgen van de situatie in Oekraïne voor de Europese Unie en haar naaste buren, zowel voor het beheer van de buitengrenzen (veiligheid, migratie, enz.) als voor de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele beginselen. De vicepremier had ook een ontmoeting met twee vertegenwoordigers van Poolse denktanks (Visegrad Insight en Polish Institute of International Affairs), die hun geopolitieke lezing van het conflict deelden.
De missie werd afgesloten met een bilaterale ontmoeting met de Poolse minister van Buitenlandse Zaken, dhr. Zbigniew Rau. Naast de reeks onderwerpen die eerder met andere gesprekspartners werden besproken, spitsten de besprekingen zich toe op de Europese samenwerking in het licht van het conflict in Oekraïne, maar ook op de versterking van de oostflank van de NAVO.